Het bouwwerk

De Villa Esche
Een levensruimte als totaalkunstwerk in Jugendstil

In de herfst van 1898 wijdde het in München verschijnende tijdschrift 'Dekorative Kunst' een speciale uitgave aan een jonge Belgische kunstenaar: Henry van de Velde (1863 - 1957). De in deze aflevering gepresenteerde ontwerpen van Van de Velde en zijn zakelijke, moderne vormentaal spraken de 24-jarige Herbert Eugen Esche en zijn verloofde Johanna Luise Koerner zeer aan. Het jonge paar besloot al gauw om hun eerste woning, die zij na de trouwerij in april 1899 wilden betrekken, in te richten met meubilair van Van de Velde.

Deze huurwoning bevond zich aan de Kastanienstraße op de Kaßberg in Chemnitz, een van de grootste aaneengesloten wijken in Jugendstil en Gründerzeitstijl in Europa. In de zomer van 1900 bezocht ten slotte het jonge echtpaar Esche Van de Velde in zijn geheel door hemzelf ontworpen en ingerichte woonhuis 'Bloemenwerf' in Ukkel bij Brussel. Een besluit begon te rijpen dat in mei 1902 uitmondde in een tweede opdracht van de Esches aan Van de Velde: Enthousiast over zijn ideeën over de noodzaak van een eenheid vormend, rationeel, functioneel en modern vormgegeven leefmilieu voor de mens en het doordringen van het alledaagse door de kunst, wilden Herbert en Hanni (Johanna) Esche nu een volledig door Van de Velde volgens diens idealen vormgegeven levensruimte - een levensruimte als totaalkunstwerk.

Ontwerp en bouw van de Villa Esche in Chemnitz werden uiteindelijk Van de Veldes eerste architectonische opdrachtwerk in Duitsland. De rechtlijnige en functionele vormgeving is uitdrukking van zijn rationele opvatting van de Jugendstil. De idee van een totaalkunstwerk naar zijn ontwerp omvatte alle aspecten van de woonomgeving van de familie: van de façade en ruimtelijke indeling via de vormgeving en bekleding van de muren, deuren, ramen, lampen en vloerbedekking, meubilair, porselein, zilver, briefopeners en reisdekens voor de auto, tot aan de kleren en sieraden voor de vrouw des huizes. Bovendien betrok de Belg de royaal aangelegde tuin functioneel en qua vormgeving bij het totaalconcept voor het huis. Met de Villa Esche ontstond zo, vrijwel zonder invloed van wensen en ideeën van de opdrachtgever, een buitengewoon authentieke getuigenis van de toenmalige architectonische opvattingen van Henry van de Velde.

In 1911 onderging het huis nog enkele bouwkundige aanpassingen, eveneens naar ontwerp van Van de Velde. Daarbij verdween een balkon aan de zuidwestzijde, ontstonden nieuwe ruimten en kreeg het geheel een wat symmetrischer aanzien. De toen een verdieping tellende garage voor de automobiel van de familie werd uitgebreid met een beglaasde oranjerie en een tuinierswoning.